Vervolg van Patagoniëreis
Door: Anneleen, Ines en Liesbeth
Blijf op de hoogte en volg Anneleen, Ines en Liesbeth
24 December 2008 | Argentinië, Buenos Aires
Zondag was dus de grote busreisdag naar El Calafate, ook wel de ‘boefdag’ genoemd. Fruit en groenten mogen immers niet de grens met Chili tweemaal over, zodat koekjes, nootjes en andere ongezondheden ingeslagen werden. Tot we even later merkten dat eten hier op de busritten is inbegrepen en de buschauffeur dan als een soort stewardess rondkomt met nog andere vormen van ongezond voedsel (zoals chips als ontbijt). Onderweg vooral veel grindwegen, veel wind en heel veel pampalandschap. Schattige kinderen die minder schattig blijken als we merken dat ze lawaai maken voor tien. Japanners die daarop beslissen geen kindje te maken. Mensen woonachtig in Bariloche, waarbij we ondanks de charme van Ines toch geen slaapplaats vastkregen. En dit alles gemengd met een paar rare derderangs films.
In Rio Gallegos was het dan in afwachting van de volgende bus even de beentjes strekken in de plaatselijke Carrefour (jawel Carrefour is universeel en is hier de ‘goedkope Colruyt’ van de Argentijnen) en verder nog wat bustickets regelen.
Tegen 2 uur ‘s nachts kwamen we dan na een 22-uur lange reis toe in Calafate Hostel, waar we onze vreemde Braziliaanse kamerpartner zijn nachtrust nog even verstoorden voor we zelf onder de wol kropen.
Na een korte nachtrust was het dan om 6u30 al opstaan geblazen om de excursie van diezelfde dag nog besteld te krijgen voor ze eventjes later al vertrok: boottocht langs ‘alle’ gletsjers (El Calafate is namelijk bekend voor zijn prachtige en enorme gletsjers). ‘Alle’ gletsjers bleek een fabeltje te zijn: al gauw werd ons, eens vertrokken, medegedeeld dat 2/3 van de gletsjers ‘potentieel’ niet bereikbaar waren door een barriere van afgevallen ijsbergen in het water. Nog groter werd de irritatie toen het even leek dat we binnen in de boot moesten blijven zitten en zelfs geen plaatsje aan het raam hadden kunnen bemachtigen.
Gelukkige klaarde de donderwolk die over onze eerste echte excursie hing al snel op: binnen de kortste keren mochten we op het dek (waar ondanks de zon toch een ijzige wind stond); we kwamen een hele groep Belgen van Anders Reizen tegen waaronder ook een ex-buurvrouw van Anneleen; de bootstewards polsten of er geen avondje uit in zat ;en dan …het schouwspel van gletsjers, ijsbergen en ijsblokjes! Geen wonder dat Anneleen niet kon ophouden met foto’s trekken!
Enorme brokken ijs die voorbij de boot door het water glijden. Het lawaai als van de gletsjer zo’n brok ijs afbreekt, en de hevige golven die volgen op de plons. En dan de speciale blauw kleur die in sommige ijsblokken te zien is : we hebben geprobeerd er een naam voor te vinden zoals ‘babyblauw’ of ‘marineblauw’, maar we moeten eigenlijk besluiten dat het ‘onbeschrijfelijk blauw’ is.
En als topje van de ijsberg :-) passeerden we ook nog eens de Perito Moreno (dé meest spectaculaire gletsjer van El Calafate), als bonus voor het missen van de Upsalagletsjer en de Onellibaai.
Natuurlijk proberen ze op zo’n excursie het onderste uit de kan (of uit de portefeuille) te halen en kon je dus, tegen betaling, van drankjes gekoeld met opgevist gletsjerijs genieten of foto’s kopen die de professionele fotograaf aan boord trok. Als rugzaktoeristen losten wij het natuurlijk goedkoop op : wij trokken een foto van de foto van de fotograaf, al bracht dit een lichte woedekreet van de fotograaf teweeg die Anneleen echter schitterend negeerde.
Na een hele dag vastgezeten te hebben op een bootje, was het dan weer rondcrossen geblazen, samen met alle andere toeristen in El Calafate. Die maandag was immers een feestdag voor de Calafatanen en dit houdt in dat geen enkel bankautomaat in stad bijgevuld was met geld. Voor de gemiddelde toerist (zoals ook wij) dit doorheeft, heeft hij echter heel het stad al doorkruist in de hoop toch nog wat biljetjes vast te krijgen, want geef toe… wat is een toerist zonder geld. En zo kwamen de Uruguayaanse pesos die we meehadden toch nog van pas: eens omgewisseld kregen we zo nog de excursie voor de volgende dag gereserveerd.
En om die excursie te reserveren bleek geld niet het enige probleem. Eerst dachten we de alomgeprezen (en in de heilige Lonely Planet aangeraden) mini-trekking te boeken, maar toen we dan te weten kwamen dat deze vooral aan de seniorenpopulatie besteed is (en het trekking-element dus waarschijnlijk niet veel voorstelt), viel ons oog op de ‘Big Ice’. Een zevenuurlange trekking ditmaal besteed aan de iets jongere populatie die volgens de jeugdherberg echter uitverkocht bleek. Gelukkig hebben we met ons Belgisch doorzettingsvermogen alles toch gereserveerd gekregen rechstreeks bij het reisbureau, al moest er dan zelf voor vervoer gezorgd worden.
Dit alles om te zeggen, beste ouders, dat, ookal dit ten zeerste afgeraden wordt in onze infobrochures, we toch besloten hebben om een auto te huren, en dan nog wel een schattige Renault Clio. En dit met Ines als chauffeur van dienst, omdat zij als enige haar roze documentje meehad.
Om dat te vieren werd de avond afgesloten met een klassieke spaghetti-schotel, geprepareerd in de meest ongeëquipeerde keuken tot nu toe.
De volgende ochtend zat Ineske Viteske dus al vroeg achter het stuur, en er kon zelfs wat opera-zingen vanaf bij gebrek aan radiosignaal (al liet dit wel de konijnen en haasjes opspringen uit de bosjes).
De tocht zelf begon met een boottocht naar de basis van de gletsjer, waar dan even verder krampons (puntige ijzeren schoenen waarmee je je voeten niet te dicht bij elkaar mag zetten uit gevaar dat je je eigen voet perforeert) werden aangemeten. Na nog een uurtje verder te wandelen langs de zijgrens van de Perito Moreno, konden we dan de gletsjer zelf op, maar niet voordat we een harnas hadden aangetrokken ‘voor de veiligheid’ (lichtjes nerveuze Liesbeth werd toen nog nerveuzer).
Met zijn zessen en met 2 gidsen stapten we dan het ijs op tussen de afbreek- en de vormingszone. Eerst lichtjes onzeker, ookal hadden de gidsen ons verzekerd dat het ijs 100 percent stabiel is (als je de dag ervoor de stukken van dezelfde gletsjer hebt zien afvallen komt dit nu eenmaal niet meer zo geloofwaardig over).
We hadden weer geluk met het weer (300 dagen per jaar sneeuwt het daar, maar wij hadden een unieke helderblauwe hemel) en konden dan ook ten volle genieten van de vele kloven, holen, riviertjes en meren die zich in de gletsjer bevinden. Landschappen en beelden waarvan je vanop land nooit zou kunnen vermoeden dat ze bestaan. Geen ander leven te bespeuren, buiten 1 zielig insect met antivries in zijn lichaam.
En zo een 4 uur lange prachtige wandeling over het ijs, waar enkele angstaanjagende stappen en sprongen over diepe kloven bijzaten, en waar bij de moeilijkste stukken de gidsen voetstappen uithakten in het ijs.
Terwijl Liesbeth elke hulp van de gidsen aannam, weigerde Ines stoer alle toestekende handjes. Anneleen concentreerde zich op de weg, vermits ze op de begane grond al twee keer tegen de vlakte was gegaan.
De meegebrachte boterhammen werden opgegeten op het ijs, vlakbij 1 van de natuurlijke meren met drinkbaar gletsjerwater (dat Liesbeth binnekort in productie brengt). De ‘digestive’ volgde later in de boot terug naar huis: een whiskeytje met gletsjerblokjes, dat Anneleen dan ook ad fundum opdronk.
Na nog een tochtje langs de wandelbruggetjes met zicht op de Perito Moreno (waar we nog enkele oude bekenden van in vorige hostels tegekwamen), brachten we dan met tranen in de ogen ons dierbaar cliootje ongedeerd terug naar zijn Avis-kantoortje.
Bij terugkomst in El Calafate rolden de briefjes weer uit de bankautomaten en konden we met de gouden kaart van Ines eindelijk onze portefeuille weer wat vullen. En maar goed ook: zo kon de gesneuvelde gehuurde zonnebril van Anneleen terugbetaald worden en zo lag er ‘s avonds toch weer een lekker slaatje op ons bord… en dit alles kon zelfs afgesloten worden met een glaasje lokaal bier (al was de Corona van Ines iets minder lokaal), om te besluiten dat het Argentijnse bier het Belgische bijlange niet evenaart.
Woensdag was het dan onze laatste halve dag El Calafate en was er dus eventjes tijd om wat bij te slapen en eindelijk het stadje zelf eens te verkennen. Het geplande shoppen viel wat in duigen, omdat om tien uur ‘s morgens het winkelleven in Argentinië nu eenmaal nog niet op volle toeren draait en omdat het hier om een toeristisch dorpje gaat (ttz 1 straat, 30 winkels en ze verkopen allemaal hetzelfde). Ines vond tot haar grote opluchting (en tot iedereens opluchting :-) wel een voetendeo; en een verlaten openluchtmuseum bracht ook nog wat tijdinvulling. Eten werd ingeslagen voor de aankomende lange busrit (zowat drie dozen vol met lekkers), een stevig pasta/vismaaltje werd nog gekookt en ruim op tijd vertrokken we richting de bus. Al was dit natuurlijk niet gerekend op Anneleen (die een urgente drang naar ijs kreeg) en Ines (die haar trui in de hostel vergeten was) zodat het al bij al weer ‘ne nipte’ werd.
Na een gevaarlijk waggelende busrit naar Rio Gallegos, stapten we op de nachtbus naar Puerto Madryn, waar we van luxueuze ‘cama’-stoelen konden genieten, zodat de nachtrust gegarandeerd was (zelfs voor Anneleen, al was een lokale toeristil-pil ook weer handig als hulpmiddel). De baby, die de stoel achter ons bezette, had gelukkig ook een stille nacht. De man, die met de moeder van de baby aan het flirten was, had echter op een zwoelere nacht gehoopt.
De koude milanesa en frietjes die we bij het avondeten geserveerd kregen, zorgden ervoor dat we blij waren met onze drie ingeslagen dozen vol eten, die al gehalveerd waren tegen dat Puerto Madryn in zicht kwam.
DERDE STOP: PUERTO MADRYN
Bij aankomst in Puerto Madryn gingen we elk onze eigen kant uit om andere dingen te regelen: we hadden immers maar anderhalve dag in Puerto Madryn en tijd was dus kostbaar. Onder andere daarom (en omdat we ons cliootje in El Calafate ooh zoo leuk vonden), besloten we toch weer een auto te huren, en deze keer weliswaar een Chevrolet (al bleek onze Chevrolet Corsa later een Opel Corsa te zijn). In de hoop de kosten wat te drukken, vonden we in onze jeugdherberg al snel 2 Baskische medepassagiers die dezelfde dag ook nog graag Punta Tombo wouden bezoeken.
Het was al 15 uur tegen we in de auto op weg waren voor een 2u30 lange en vermoeiende autorit naar Punta Tombo, waarvan grote delen langs slecht aangelegde grindwegen (Ines is nu dan ook grindweg-specialist). Stenen kletsten tegen de auto, de lunch met beschimmelde broodjes werd onderweg opgegeten, Ines probeerde zich rijdende te houden (na de vermoeiende busrit waar we juist vanaf waren gestapt) en Anneleen en Liesbeth probeerden ondertussen hun Spaans wat te oefenen met hun Baskische medepassagiers … kortom, er zijn al leukere autoritten geweest.
Gelukkig was het echt de moeite om in totaal die dag zo’n vijf uur heen en weer te rijden, want de aanblik van 500 000 Magelhaans pinguïns in holen in de grond, tussen lama’s, schapen en struisvogels, is op zijn minst gezegd magisch! Overal pinguïns, zo dicht dat je ze bijna kan aanraken, al wordt dit niet aangeraden omdat een beet niet zeldzaam is. Hier geldt dus de regel: blaffende pinguïns (onverwachte zeemeeuwachtige geluiden kwamen uit hun bekken) bijten wel.
Eerder had Ines al ‘The March of the Penguins’ gezien, maar na het zien van dit schouwspel was ze helemaal gewonnen voor de beestjes, om niet te zeggen dat ze nu ‘fauna-expert’ wil worden. Liesbeth was dan weer eerder geïnteresseerd in het paargedrag van de beestjes. Anneleen werd diep ontroerd door schattige mini-pinguins die in de armen van hun moeder lagen. Onze Baskische vrienden amuseerden zich dan weer met de beestjes zo op te jagen, dat ze van hun rechtopstaande positie plots op hun vier poten krabachtig wegspurten.
Tegen dat we de hele weg teruggereden hadden en een warme soep naar binnen hadden, trokken we het stadje in in de hoop het nachtleven van Puerto Madryn tegemoet te komen. Het was er echter doods kalm, zodat we uiteindelijk in een marginale pool-bar met geniale muziek belandde, waar Ines ons liet zien wat ze allemaal met een keu kan.
De volgende dag stond Peninsula Valdez op het schema: een schiereiland op zo’n 100 km van Puerto Madryn, vol met zee-olifanten, zeehonden en dergelijks. Vooral bekend omdat er in het walvissenseizoen zo’n 1000-tal van deze beestjes in de baaien zwemmen en vele boottochtjes je de kans geven tot ongelofelijk dicht bij deze kolossen te komen, die je nu eenmaal niet in de zoo kunt zien. Een unieke ervaring… naar ‘t schijnt…
Wij hadden immers minder geluk. Het walvissenseizoen was aan zijn laatste drie dagen toe, bootjes vaarden wel nog uit in de hoop om de laatste tien walvissen te spotten… en wij begonnen onze dag een half uur te laat!
Na ons iets te lang uitslapen en ons dulce-de-leche-ontbijt, duurde de tocht met onze ‘chevrolet’ over de kiezelstenen net iets te lang om de eerste walvissenboot te halen. Het was dan ook enkele uurtjes wachten geblazen tot de volgende, waarin Ines vol goede moed een cd ging zoeken omdat er nog een lange kiezelweg-tocht voor de boeg stond (zo’n 400 km aan kiezelpaden lopen er op peninsula valdez, waar een maximumsnelheid van 60 km per uur geldt).
We waren nog hoopvol toen we eerst vanop een klif in de verte een boot inclusief walvis spotten en van de eerste terugkerende boot te horen kregen dat ze nog een walvis met jongen gezien hadden.Getooid in gele waterdichte cape en reddingsvest, samen met zo’n tiental medevaarders, werden we dus met een glimlach op het gezicht het water ingetrokken met een tractor… om met een grote donderwolk boven de boot terug te keren.
Ondanks dat de boot spectaculair door de hoge golven kliefde en ons ook dichtbij wat zeeleeuwen bracht, mocht het niet zijn… we zagen geen walvissen.
Het oculus clinicus van Liesbeth zag 1 springende walvis in de verte, maar de boot was te traag en het beestje had al rustiger water opgezocht tegen dat we terplekke waren.
Op de weg naar het volgende uitzichtpunt Punta Cantor, was het dus even stil in de auto en was de teleurstelling af te lezen van de gezichten. De CD die Ines van een lokale dorpbewoner had gekregen, kon hier geen verandering in brengen. Nog 1u30 reden we verder over dezelfde soort wegen, met hetzelfde uitzicht: pampa, pampa, pampa (zie Wikipedia voor definite van pampa). Of zoals C. Vertommen het ooit zei: ‘Om te weten wat pampa is, moet je er uren doorrijden’.
Gelukkig werkt tijd helend en was de frustratie al achtergelaten in het pampalandschap wanneer we Punta Cantor bereikten. Na een paar pinguïns, kwamen we eindelijk oog in oog in contact met het fenomeen ‘zeeolifant’: boerende en schetende 3-ton-wegende mislukkingen van de natuur die voortkruipen als rupsen, en bovendien zo lui zijn dat ze na drie kruipjes 5 minuten neerploffen. Je kan je dus voorstellen hoe lang een achtervolging tussen mannetjes voor een vrouwtje kan duren… lang. Gelukkig zijn ze in het water wat vinniger, al is het dan wel opletten geblazen dat er geen orka hun op het menu van de dag zet. Al waren de orka’s die dag samen met de walvissen schijnbaar de baai ontvlucht. Gelukkig waren de hagedissen iets minder verlegen.
Na een korte wandeling, was het dan weer terugracen naar Puerto Madryn om op tijd de auto in te leveren. Al moest Ineske Viteske zich inhouden, toen ze de politie in haar achteruitkijkspiegel zag en toen we even verder een auto in de kant zagen liggen. Na een 2u30 lange rit leverden we de auto stoffig en met hoogstwaarschijnlijk toch enkele krassen meer af aan het Avis-kantoor af: gelukkig zijn zij alleen geïnteresseerd of de tank vol is.
Na een douchke en met een ijsje in de hand, haalden we zoals altijd maar net weer de volgende nachtbus die nog grotere cama’s (en gelukkig betere films) had dan de vorige, om dan nog te zwijgen over onze zingende steward. Op de bus besloten we dat Peninsula Valdez toch een ontgoochelend gevoel achterliet: zoveel over gehoord; maar eigenlijk vooral bestaande uit veel zand, veel pampa, veel kilometers afleggen en voor ons veel frustratie.
-
01 Januari 2009 - 13:12
Marie Anne En Lukas :
we wensen jullie een heel gelukkig en interessant en succesvol nieuw jaar
2009 weze een zegen voor jullie en allen die jullie lief zijn
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley